Gebaseerd op een hospita uit de eenakter Vastenaoventsgrap van Fons Olterdissen. Noten introduceerde haar in 1990 om de studenten in de stad bij de vastelaovend te betrekken. De Tempeleers maakten de bijbehorende pop van papier-maché en bij toerbeurt werd een andere studentenvereniging aangewezen om zich over de pop te ontfermen en met haar te pronken in de grote optocht op carnavalszondag. Al gauw werd het echter voor de andere studentenclubs een sport om de mascotte te ontvoeren en tegen losgeld van een of twee vaten bier aan de rechtmatige studentenvereniging terug te bezorgen. Omdat dat spel er steeds ruwer aan toeging - waarbij de pop meerdere ‘neuscorrecties’ heeft moeten ondergaan, belandde Wielemösj uiteindelijk in het Tempeleersmagazijn en stierf ze daar bijna een stille dood. Tot de stadscarnavalsvereniging en universiteit vorig jaar bij gelegenheid van het veertigjarig bestaan van de Universiteit Maastricht besloten de traditie weer nieuw leven in te blazen. Met één verschil: de pop werd niet meer toegewezen aan een studentenvereniging maar opgesteld in het Studenten Service Centrum aan de Bonnefantenstraat. Toch bleef het een stille wens van De Tempeleers dat de pop weer net als vroeger meegaat in de cortège op carnavalszondag.

EedDus wordt er komende donderdag een Sociëteit van Vrouw Wielemösj opgericht, waarbij de voorzitters van de vijf studentenverenigingen Koko, Circumflex, Tragos, Saurus en Onafhankelijk Maastricht in het Maastrichts een eed moeten afleggen, bestaande uit elf geboden waarmee ze plechtig beloven hun carnavalshospita met respect te behandelen. „Ze mogen haar op ludieke wijze aanbidden en de liefde verklaren, maar we zien haar liever niet weggekaapt in de goot belanden”, zegt Pascal Breuls, directeur van het Studenten Service Centrum. De mascotte blijft tot carnavalsvrijdag op locatie aan de Bonnefantenstraat waarna Koko haar meeneemt naar het eigen honk aan de Gebroeders Hermansstraat. Om haar vervolgens op carnavalszondag mee te nemen in de optocht. Breuls: „Vrijwillig. Zij hebben zich als eerste aangemeld.”