Via tattoo’s jagen op criminele pooiers: ‘Ze brandmerken hun slachtoffers’

Mensenhandelaren gebruiken geregeld tatoeages, bijvoorbeeld in de vorm van een streepjescode, om hun slachtoffers te brandmerken. Foto ter illustratie. © Getty Images

Bij het opsporen van loverboys en criminele pooiers moet de politie meer gebruik maken van tatoeages. Slachtoffers van gedwongen prostitutie worden namelijk vaak ‘gebrandmerkt’.

Chiel Timmermans

Soms is het een streepjescode, soms initialen van de pooier: geregeld dragen slachtoffers van gedwongen prostitutie tatoeages van de mannen die hen uitbuiten. Politie zou daar meer gebruik van moeten maken bij het opsporen en tegengaan van mensenhandel. Daarvoor pleitte Janine Janssen, lector Veiligheid bij Avans Hogeschool en hoofd onderzoeker bij het Landelijk Expertise Centrum Eergerelateerd Geweld van de Nationale Politie, woensdag op de bijeenkomst ‘Samen Tegen Mensenhandel’ in Eindhoven.

Tatoeages zijn, in combinatie met de plek op het lichaam en de huidskleur, nagenoeg uniek. Daarom worden ze ook vaak gebruikt bij het identificeren van mensen, zoals bij slachtoffers van MH17. Ze vertellen vaak ook iets over de drager, dus ook als dit een crimineel is. In gevangenissen in Amerika en Rusland is daar veel onderzoek naar gedaan, zegt Janssen: „Elke bende heeft haar eigen tatoeages. Die zeggen ook iets over je rang of over je wapenfeiten, bijvoorbeeld of je iemand hebt vermoord.”

Saban B.

In de mensenhandel spelen tatoeages ook een rol, ze zijn dan onder dwang gezet bij de slachtoffers. Loverboys of andere mensenhandelaren gebruiken ze om hun slachtoffers te brandmerken. Zo dwong de beruchte Saban B. vrouwen om zijn initialen in hun nek te tatoeëren voor ze op onder andere de Wallen aan het werk gingen. „Er zijn ook voorbeelden bekend van tatoeages in de vorm van een streepjescode of een soort bloem. Vaak staat ze op een intieme plek: aan de binnenkant van de dij of tussen de borsten”, zegt Janssen. „De pooiers willen daarmee laten zien dat ze die vrouwen in hun macht hebben: ‘Jij bent van mij.’”

De vraag is hoe vaak dit soort tatoeages voorkomt. Het aantal mensen dat jaarlijks in Nederland slachtoffer wordt van mensenhandel is al jaren giswerk, laat staan dat er cijfers zijn van hoeveel van hen een brandmerk draagt. Die kan ook Janssen niet overleggen. Zoekwerk in de uitspraken van de rechtbank levert verschillende treffers op, waaronder die van Saban B. Al is het daarbij niet altijd duidelijk of de tatoeages vrijwillig of onder dwang zijn gezet.

Zaken koppelen

Niettemin vindt Janssen dat de tatoeages moeten worden gebruikt bij het opsporen van mensenhandel. „Natuurlijk wordt nu ook al naar tatoeages gekeken, maar nog niet systematisch. Stel dat je in Eindhoven bij een slachtoffer van gedwongen prostitutie een bepaalde tattoo tegenkomt en diezelfde tattoo ook ziet bij een vrouw elders in het land: dan kun je wellicht zaken aan elkaar koppelen.”

Dat is althans de theorie, maar in praktijk is dat nog niet zomaar te realiseren. Want moet van criminelen in de toekomst dan behalve DNA en vingerafdrukken ook de tatoeages van hun slachtoffers worden vastgelegd? Volgens Janssen is dat juridisch ingewikkeld: „Het zijn namelijk geen sporen op verdachten, maar op slachtoffers. Toch moeten we kijken of we niet meer systematiek kunnen krijgen in het analyseren van tatoeages. Het zijn namelijk veel meer dan alleen platte plaatjes.”

Gerelateerde berichten

Ander Nieuws