Achter de schermen bij de watercrisis: ‘Als ik op m’n donder krijg dan is het maar zo, dacht ik. De burgemeester was niet blij’

Een bewoonster wordt geëvacueerd in Valkenburg. © Annemiek Mommers

Een burgemeester die zijn eigen weg gaat, een wethouder die op eigen houtje een nooddijk laat aanleggen en een waterschap dat om protocollen heen werkt. In een watercrisis die het ergste scenario overstijgt, liggen ergernis en frustratie op de loer. Een blik achter de schermen bij de Limburgse veiligheidsregio’s en Waterschap Limburg.

Paul Bots en Theo Sniekers

Valkenburg

De wind rukt hard aan de Nederlandse vlag die halfstok bovenop de dijk in het Zeeuwse Ouwerkerk wappert. Het is 1 februari, de dag dat Zeeland elk jaar weer de watersnoodramp van 1953 herdenkt. Bij de plechtigheid op de steenkoude dijk is deze keer een opmerkelijke aanwezige. Daan Prevoo, burgemeester van nota bene een van Nederlands hoogst gelegen gemeenten, is uitgenodigd om als ervaringsdeskundige een krans te leggen voor de slachtoffers van de ramp 69 jaar geleden.

Prevoo kreeg de uitnodiging nadat afgelopen zomer ‘zijn’ Valkenburg in een mum van tijd was volgelopen met water uit de Geul. Hij beseft dat Valkenburg er in vergelijking met Zeeland goed vanaf is gekomen als je kijkt naar het dodental en de schaal van de ramp. „Maar toch. Je vóelt gewoon dat je, ondanks die grote verschillen, hetzelfde hebt meegemaakt”, zegt de burgemeester enkele dagen later als hij weer warm in zijn kamer in het gemeentehuis aan de koffie zit.

De ramp van 1953 was voor Zeeland wat de overstromingen van 1993 en 1995 voor Limburg waren. Ze leidden tot het besef dat er nu écht iets moest gebeuren aan de waterveiligheid. Een besef dat lokaal misschien al lang aanwezig was, maar door de enorme impact van het water nu eindelijk ook tot Den Haag doordrong. De Haagse geldkraan ging open.

Lees ook: Minister: meer maatregelen nodig tegen wateroverlast in Limburg

In Zeeland leidde dat tot de aanleg van de Deltawerken. In Limburg tot een keur aan maatregelen als dijken, overloopgebieden en nevengeulen langs de Maas, die afgelopen zomer redelijk soepel de grootste hoeveelheid water opvingen die daar ooit doorheen had gestroomd.

Grote ellende

Aan het rijtje eyeopeners kan nu het jaartal 2021 worden toegevoegd. Het jaar dat tot Nederland doordrong dat ook de kleinere beken en rivieren voor grote ellende kunnen zorgen. En dat hevige regenval als gevolg van klimaatverandering juist in dat heel kleine stukje heuvelachtig Nederland tot grote effecten kan leiden. Daar waar een plensbui in de polder vooral zorgt voor drassige grond, zoekt het water in het Heuvelland in sneltreinvaart en met ongekende kracht het diepste punt op.

Vrijwilligers leggen een dijk van zandzakken aan langs de Roer. © Jan-Paul Kuit

Net als in Zeeland en langs de Limburgse Maas destijds zijn de risico’s eigenlijk al lang bekend. Professor Albrecht Weerts (Wageningen University & Research) is gespecialiseerd in het voorspellen van waterhoeveelheden. Hij doceert in Wageningen maar is ook al bijna twintig jaar actief voor hét kenniscentrum op het gebied van water in Nederland: Deltares. „De zijrivieren zijn al langer een zorgpunt”, vertelt hij. De hoogleraar spreekt zelfs van „een ondergeschoven kindje” in de wereld van het onderzoek.

Al jaren heeft Weerts de Limburgse zijrivieren van de Maas op het lijstje staan waar studenten voor hun onderzoek uit mogen kiezen. Niemand had interesse. Tot nu. „Studenten zijn ook gevoelig voor actualiteit. Binnenkort beginnen drie of vier van hen aan een onderzoekstraject van een half jaar.”

Bezwaren

Cijfers en onderzoeken zijn fijn en hoognodig. Maar wat de rampen in Zeeland en langs de Maas ook hebben geleerd: smeed het ijzer als het heet is. De werkzaamheden langs de Maas zijn anno 2022 nog altijd niet afgerond.

Lees ook: Hoe de ramp zich deze zomer voltrok: zo raasde het water door Limburg

Ook in het Heuvelland blijkt dat het ingrijpen na een overstroming makkelijker is gezegd dan gedaan. Als Slenaken in 2012 wordt getroffen door een flashflood, een snelle plotselinge vloed water, is de evaluatie razendsnel klaar. Binnen een paar maanden ligt er een oplossing: een dam van 255.000 euro. Inmiddels zijn bijna tien jaar verstreken en ligt er een plan voor een hele reeks kleine ingrepen, die 2,4 miljoen euro kosten. De oorspronkelijke dam is in de prullenbak beland. Reden: zo’n groot werk in het vijfsterrenlandschap van Zuid-Limburg levert te veel bezwaren op van omwonenden, grondbezitters en natuurbeheerders, inclusief semioverheidsorganisatie Staatsbosbeheer. De werkzaamheden zijn inmiddels begonnen, deels pas nadat er afgelopen zomer in het gebied opnieuw wateroverlast is ontstaan.

Collectieve geheugen

Hoe meer tijd verstrijkt, hoe verder de noodzaak uit het collectieve geheugen verdwijnt en hoe meer mitsen en maren er bij maatregelen komen. Zo ging het ook met de bescherming tegen de Maas. Tot voor kort probeerde de provincie Limburg nog onder aanvoering van oud-gedeputeerde Ger Koopmans te voorkomen dat er te veel dijken aangelegd of opgehoogd moesten worden. Een minder ingrijpende aanpak met lagere veiligheidsnormen zou ook best mogelijk zijn.

Een bootje op het water in de Klompstraat in Heerlen. © Bas Quaedvlieg

Een idee dat toenmalig minister Cora van Nieuwenhuizen middenin de hoogwatercrisis van tafel veegt. Diezelfde Koopmans staat rond diezelfde tijd – inmiddels als oud-gedeputeerde – in de frontlinie mee zandzakken te vullen in Arcen en Velden. Bewoners daar zijn ten einde raad. Ze zien de beelden van overstromingen in Duitsland, België en het Heuvelland. Ze zien ook dat al dat water uiteindelijk via de Maas in hun richting komt. Wat ze niet zien? Actie van hun gemeente en het waterschap.

In Arcen en Velden kennen ze de verhalen uit 1993 en 1995. Ze weten wat het water kan aanrichten. Ze weten ook hoe ze destijds die tweede keer, met vereende krachten, de schade hebben kunnen beperken. Dus komen ze ook nu weer zelf in actie. Ze vragen CDA-raadslid en dorpsgenoot Tom Verhaegh om als intermediair te fungeren tussen burger en overheid. Maar ook hij constateert een volstrekt onzichtbare overheid.

Retentiebekken

Hij is niet de enige. In Leudal ziet waterwethouder Robert Martens met lede ogen aan hoe niemand zich verantwoordelijk voelt voor ‘zijn’ inwoners. Hij weet: het retentiebekken tussen Horn en Buggenum kan de voorspelde hoeveelheid water nooit opvangen. Rijkswaterstaat had al in 2015 de inlaat van dat bekken moeten verhogen, zodat dit pas op een laat moment volstroomt. Maar die klus is nog altijd niet uitgevoerd.

Het is donderdagmiddag 15 juli als Martens met enkele andere wethouders aan tafel zit. „De burgemeester was er niet, want die zat bij het overleg van de Veiligheidsregio. We moesten besluiten. Iets doen of niet?”, vertelt hij. Martens hakt uiteindelijk de knoop door en besluit op eigen houtje, tegen alle protocollen in, in Horn en Haelen nooddijken aan te leggen. „Als ik op mijn donder krijg dan is het maar zo, dacht ik. De burgemeester was not amused toen ze het later hoorde. Maar elke minuut telde.” Uiteindelijk breekt de dijk bij Horn door, maar Haelen houdt droge voeten.

Robbertje vechten

Bestuurders die elkaar in crisistijd niet weten te bereiken of die achter de schermen een robbertje vechten terwijl het water nadert, dat beeld blijft hangen als je met betrokkenen spreekt en de evaluaties leest van de twee Limburgse veiligheidsregio’s en Waterschap Limburg. Samengevat: de crisis is zo groot en verspreid over zo’n groot gebied, dat het eigenlijk onbegonnen werk is om centraal een goed overzicht te krijgen. Dat is problematisch als je bedenkt dat het in crisis-termen om een GRIP 4 gaat, een situatie waarbij de voorzitter van de Veiligheidsregio knopen moet doorhakken en de lokale burgemeester zelf bijna niets meer te zeggen heeft.

Dat leidt tot ergernis en frustratie. Nicole Ramaekers-Rutjens is als burgemeester van Gulpen-Wittem de eerste Limburgse bestuurder die van dichtbij voelt welke ramp er op de provincie afkomt. Op woensdag 14 juli is zij al drukdoende met het ontruimen van campings langs de Gulp en de Geul, als plotseling GRIP 4 wordt afgekondigd. In één klap ligt de zeggenschap bij haar collega Hans Verheijen van Sittard-Geleen als plaatsvervangend voorzitter van de Veiligheidsregio.

Wateroverlast door overstroming van de Geul in Valkenburg. © Annemiek Mommers

Ramaekers moet zich in Maastricht bij die Veiligheidsregio melden. „De informatie die ik daar kreeg, gaf mij niets wat ik nodig had om beslissingen te nemen. Iemand van het waterschap vertelde daar hoeveel regen er nog viel en hoeveel kuub water er nog onderweg was. Fijn… maar op dat moment stonden wij al tot de knieën in het water.”

Soms krijgt ze zelfs foute info. „Die donderdag zeiden ze bij het RBT (Regionaal Beleidsteam - een overleg met onder meer de betrokken burgemeesters, red.) dat gas en elektriciteit het nog deden in Zuid-Limburg. Dat klopte dus niet. Er waren hier huizen waar het water via het stopcontact binnenkwam. En zonder stroom heb je op een gegeven moment ook geen lifeline meer”, stelt de burgemeester terwijl ze haar mobiele telefoon omhooghoudt. „Toen ik daar in Maastricht zat wilde ik terug naar huis. Naar mijn eigen mensen en mijn eigen gemeente.”

Teruggefloten

Burgemeester Prevoo van Valkenburg kent dat gevoel. Hij sloeg wel eens een burgemeestersoverleg over. Dat is eigenlijk not done, weet hij. „Laten we zeggen dat ik pas honderd dagen burgemeester was en de handboeken nog niet goed gelezen had. Ik zei gewoon: het komt me niet uit. Op een gegeven moment ben ik teruggefloten omdat ik al een noodverordening tegen ramptoerisme had getekend. Die had Verheijen moeten tekenen. Nou, ík zit hier en ík kan hier het best beoordelen wat hier moet gebeuren.”

Lees ook: Hoe Limburg het ‘afvoerputje’ werd van aantal hoogwatercrises samen in Maas, Geul, Gulp en Roer

Als Prevoo een noodbrug vraagt omdat bruggen op doorbreken staan waardoor hulpdiensten een deel van Valkenburg niet meer zouden kunnen bereiken, moet hij dat formeel via de burgemeestersvergadering doen. „Daar moeten ze erover vergaderen en vervolgens moet het operationele team er ook nog wat van vinden. Ik snap dat er protocollen zijn, maar er was geen tijd.” De bruggen kwamen na vier dagen. Veel te laat.

Prevoo heeft van deze ramp geleerd dat hij de volgende keer veeleisender zal zijn. „Ik vond het vooral lastig dat ik in die overleggen steeds moest wachten tot ik aan de beurt was. Voor die anderen was dat niet zo’n probleem, want daar moest het water nog komen. Maar hier was het nú crisis.”

Crisisteam

Tijdens de crisis sneuvelen meer protocollen. Het crisisteam van het waterschap besluit op donderdag 15 juli dat de Veiligheidsregio ‘proactief/directiever’ geïnformeerd moet worden over waterschapszaken, blijkt uit een passage in het verslag van dit zogeheten Waterschap Beleidsteam (WBT) die later is gewist. Diezelfde avond krijgen de burgemeesters van Roerdalen en Roermond een telefoontje van dijkgraaf Patrick van der Broeck. Of ze snel met enkele hoge ambtenaren langs willen komen bij het waterschap.

Waterschap stelt dat verslagen werden aangepast vanwege privacyregels

De Limburger vroeg bij het waterschap en de veiligheidsregio’s verslagen op van crisisoverleggen tijdens de watercrisis in juli. Het schap verstrekte documenten waaruit het naar eigen zeggen namen van ambtenaren en persoonlijke beleidsopvattingen had verwijderd vanwege privacyregels.

Via een andere weg kreeg De Limburger de originele verslagen in handen. Zo werd duidelijk dat het schap in de verstrekte documenten meerdere gevoelige passages had geschrapt die niet weggelaten hadden mogen worden. Een enkele keer werd een passage aangepast of een verzachtend woord toegevoegd. Het ging daarbij om zinnen waarin werd geconstateerd dat waterkeringen niet hoog genoeg waren, maatregelen waren ‘gemist’ of ontvangen kritiek op dijkgraaf Patrick van der Broeck werd gemeld.

Het schap reageert dat er geen opzet in het spel is. Een junior bestuursadviseur had de opdracht om privacygevoelige zaken te verwijderen te enthousiast ingevuld. De leiding had verzuimd het resultaat te controleren, zo luidt de uitleg. Het waterschap maakte zijn excuses.

Burgemeester Rianne Donders van Roermond kan haar verbazing nog altijd niet verhullen als ze over deze uitnodiging praat. „Ik wist niet wat er ging gebeuren of gezegd ging worden. Normaal gaan in GRIP 4-situaties alle voorstellen en adviezen via de Veiligheidsregio. Ik heb die uitnodiging wel gemeld aan Antoin Scholten als voorzitter van de Veiligheidsregio Limburg-Noord. Ik heb gezegd: ik neem de uitnodiging heel serieus, maar wat moet ik hiermee? Moet ik gaan? Hij zei: doe maar.”

En zo kan het dus gebeuren dat Donders om elf uur ’s avonds – net als haar collega Monique de Boer van Roerdalen enkele uren eerder – met een waterschapsbestuurder en enkele medewerkers bij het waterschap over een kaart gebogen staat. Wat ze ziet is wat zij noemt „een redelijk zorgwekkend beeld”, dat er kortgezegd op neerkomt dat een groter deel van haar gemeente moet evacueren dan alleen het stuk waarover in de Veiligheidsregio is besloten. Een angstig moment voor een burgemeester. Want wat te doen? Donders klopt diezelfde nacht nog bij de Veiligheidsregio aan voor overleg. „Ze zeiden dat ze die kaart van het waterschap kenden, en dat er toch geen extra evacuatie nodig was. Daar heb ik me aan gehouden.” Het juiste besluit, blijkt achteraf.

Sjiek

Burgemeester De Boer van Roerdalen vindt het „eigenlijk wel sjiek” dat ze door het schap wordt bijgepraat. Wie echter aan Donders vraagt wat ze vindt van de bijeenkomst, krijgt een diplomatiek antwoord waarin één zin opvalt. „Ook als er verschillen van mening zijn moet je dat binnen de Veiligheidsregio oplossen.” Volgens het schap zelf paste de actie binnen de afspraak om het lokaal bestuur meer ruimte te geven en was de behoefte aan directe info bij de burgemeesters zelf ontstaan.

Dat er verschillen van mening zijn tussen het waterschap en de overige partners is al langer duidelijk. Van der Broeck vindt dat zijn organisatie bij een watercrisis een serieuzere rol moet krijgen en dat er een eenduidige provinciale leiding moet zijn. Overigens blijkt uit gewiste passages van aan De Limburger verstrekte crisisverslagen dat diezelfde Van der Broeck zich vooral met externe communicatie bezighoudt.

Lees ook: Waterschap Limburg manipuleerde verslagen watersnoodramp

Het is ook Van der Broeck die zich de vrijdagavond van de ramp tegenover een verslaggever minutenlang beklaagt over de andere overheden. Op dat moment is er nog steeds geen duidelijkheid over de hoogwaterverwachtingen voor met name Roermond dat weekend. Het schap voorspelt, zoals Donders al een dag eerder heeft ontdekt, een veel zwarter scenario dan de officiële leverancier van voorspellingen: het Watermanagementcentrum, waarin het schap overigens zelf samenwerkt met Rijkswaterstaat en het KNMI.

Dat Van der Broeck en zijn organisatie uiteindelijk dan maar zelf gemeenten benaderen, valt slecht bij de overige overheden. Dat de dijkgraaf via de Limburgse media verkeerde cijfers communiceert, leidt zelfs tot een tik op de vingers. Diezelfde vrijdagavond om 20.00 uur meldt het originele, niet aangepaste WBT-verslag: ‘Het lijkt erop dat Waterschap Limburg verkeerde informatie heeft doorgegeven. Jos Teeuwen, lid van het dagelijks waterschapsbestuur, is hierop aangesproken.’

Grote schoonmaak van de H.H. Nicolaas en Barbarakerk in Valkenburg. © Mitchell Giebels

Uit het verslag van 23.30 uur diezelfde avond is nog een veelzeggende passage gewist: ‘Patrick is in de media geweest met verkeerde prognoses Maas. Na contact met Patrick is besloten dat we het hierbij laten. Nogmaals: Rijkswaterstaat dient te communiceren over afvoer Maas.’

Dat er discussie is over cijfers, is prima, stelt Bart Vonk, voorzitter van de Landelijke Coördinatiecommissie Overstromingsdreiging bij Rijkswaterstaat. Die twijfel moet je bespreken in de Veiligheidsregio, juist om een goede afweging te kunnen maken. Maar, vult zijn woordvoerster aan, verwijzend naar de plek waar Van der Broeck zijn eigen cijfers presenteerde: „Die discussie voer je niet bij L1”.

De onenigheid maakt de aansturing door de veiligheidsregio’s er niet makkelijker op. Die hebben zoals eerder geconstateerd al de grootste moeite om überhaupt een totaaloverzicht te krijgen van de crisis. De situatie verschilt enorm per gemeente, en daarmee verschillen dus ook de belangen van de betrokken burgemeesters. Uit evaluaties blijkt dat lokale informatie lang niet altijd bij de centrale leiding terechtkomt, en andersom.

VieCuri

Daar waar het doemscenario dat het schap aan Donders presenteert in Roermond niet tot aanvullende ingrepen leidt, doet het dat in Venlo wel. Daar is die dagen de grote vraag of het VieCuri-ziekenhuis geëvacueerd moet worden. De directie van het ziekenhuis overlegt hierover met Antoin Scholten en enkele waterschappers. Die laatsten zeggen dat liefst drie dijken in de buurt niet stabiel zijn. Scholten: „Terwijl zij spraken, werden wij steeds witter om de neus en zei de directie van VieCuri: nu is het duidelijk, we moeten ontruimen”. Dat terwijl andere deskundigen ervan overtuigd zijn dat het ziekenhuis, zoals later ook bewaarheid wordt, droge voeten houdt.

Onderzoeksbureaus hebben inmiddels de handen vol aan evaluaties. De Veiligheidsregio’s en het waterschap huurden los van elkaar hetzelfde bureau in voor drie aparte evaluatierapporten. Dit bedrijf licht inmiddels ook enkele Zuid-Limburgse gemeenten door. Leudal had een eigen evaluatie, net als VieCuri, Venlo en Roermond waar de onderzoeken nog lopen.

Mensenlevens

De titel van de evaluatie van de Veiligheidsregio Zuid-Limburg is veelzeggend: Voorbij het Ergste Scenario. Frustraties en ergernissen horen bij een crisissituatie waarin onder enorme tijdsdruk besluiten genomen moeten worden die mensenlevens kunnen redden.

De opgebouwde frustratie tijdens de crisis, moet net als het water echter wel weer zakken. Het zijn immers dezelfde mensen die nu aan de lat staan om van de ramp in 2021 een startpunt te maken voor verbeteringen. Een start waarbij met name het waterschap volgens betrokken bestuurders het voortouw moet nemen. De ervaring leert dat verdeeldheid alleen maar een negatief effect heeft op de Haagse bereidheid om de beurs te trekken. Dat is wel nodig om na Zeeland en de Maasregio ook het Heuvelland te beschermen tegen overvloedig water.

Meest gelezen

Valkenburg aan de Geul

Gemeenteberichten