Dit is, anders dan bijvoorbeeld het elektrische vlaggenschip EQS, een auto die voor het grootste deel is gebaseerd op een reeds bekend model met verbrandingsmotor. Net zoals de GLA als basis voor de EQA dient, doet de GLB dat voor deze EQB. Optische verschillen ten opzichte van de versie met verbrandingsmotor zijn er echter wel. De EQB heeft het inmiddels bekende EQ-front met gesloten grille en gestroomlijnde koplampen, alsmede met elkaar verbonden achterlichtunits. De wielbasis van 2,83 meter is ongewijzigd, en dat geldt eigenlijk ook voor het interieur, waar je her en der enkel een EQ-logo kunt vinden. Ook de interieurmaten zijn identiek. De bagageruimte meet nog altijd een forse 492 liter, terwijl er 1710 liter in de EQB past als alle zitrijen (inclusief de optionele derde) zijn neergeklapt.

Uitvoeringen

Hij komt er in eerste instantie in twee smaken. De 300 en 350 dragen beide de toevoeging 4Matic en zijn dus vierwielaangedreven, dankzij een motor op de voorste en achterste as. In de 300 zijn ze samen goed voor 230 pk en 390 Nm, de 350 reikt tot 292 pk en 530 Nm. Een 66,5 kWh-accu (netto) voorziet in beide versies de elektromotoren van stroom en maakt een WLTP-bereik van 416 kilometer mogelijk. Wie daarna moet laden, doet dat met maximaal 11 kW bij een AC-laadpunt. Snelladen gaat met een maximaal vermogen van 100 kW. Een achterhaald getal, daar de standaard in dit segment inmiddels 150 kW bedraagt, al stelt Mercedes-Benz dat het hard heeft gewerkt om ervoor te zorgen dat die 100 kW relatief lang wordt vastgehouden. Daardoor duurt een laadbeurt van 10 naar 80 procent zo’n 30 minuten. Verre van baanbrekend, maar marktconform.

Comfort

Op het asfalt maakt de EQB die teleurstellende cijfers gelukkig wel goed. De elektrische GLB is op korte oneffenheden merkbaar een flink aantal kilo’s zwaarder dan z’n benzinebroer, maar toch is de demping voor een EV van dit formaat zacht. Het maakt van de EQB een comfortabele auto, zonder dat-ie ook maar een moment stuiterig of onrustig aanvoelt. Het zwaartepunt ligt merkbaar laag in de auto en daardoor helt-ie in bochten niet te veel over. Kortom, een knap staaltje ondersteltechniek, dat we overigens al kenden van de GLB. Ook deze EQB heeft immers McPhersons vóór en een multilink-achteras en dat zorgt voor een goede wegligging voor een auto van dit formaat en gewicht.

De manier waarop de EQB z’n vermogen afgeeft, past bij dat comfortabele onderstelkarakter. Met 230 pk is de EQB 300 zeker vlot genoeg, maar de elektromotoren geven hun 390 Newtonmeters niet meteen bij stilstand weg. In plaats daarvan zorgen ze voor een geleidelijke toename van het koppel voor een soepele acceleratie. Dat wil zeggen: als de comfortstand is geselecteerd, want in de obligate sportstand voelt ook deze elektro-auto te gretig aan. In de meeste situaties doet overigens de achterste elektromotor het werk: de voortrein doet alleen bij stevige acceleratie mee of als er enige onbalans optreedt om de auto zo via de voorwielen recht te trekken. Het verschil met de EQB 350 is overigens erg goed merkbaar: die neigt met z’n 292 pk al naar het misselijkmakende. Op termijn verschijnen er trouwens nog twee interessante varianten. Een minder krachtige, met dezelfde aandrijflijn uit de bekende EQA en dus enkel een elektromotor in de neus, die goed is voor 190 pk. Die is ongetwijfeld ook een stuk goedkoper dan de 300, die naar verwachting zo’n 60 mille gaat kosten. Op het moment van schrijven hebben we namelijk nog geen Nederlandse prijzen ontvangen. Daarna volgt een versie met een groter elektrisch bereik, die de 500 kilometer-grens moet overstijgen.

Unieke positie

Al met al klinkt de EQB misschien als niet zo’n bijster interessante auto, en dat is gedeeltelijk waar. Z’n specificaties zijn niet baanbrekend en qua laadvermogen en -prestaties loopt hij op papier achter bij zijn concurrenten. Maar binnen het elektrische aanbod heeft de EQB een redelijk unieke positie. Net als de GLB is-ie namelijk optioneel als zevenzitter te bestellen, en daarmee is de EQB een van de weinige elektrische zevenzitters van het moment. Wie zeven stoelen wil, kan nu eigenlijk enkel bij Tesla terecht. Op die derde zitrij is ruimte voor mensen tot een lengte van 1,70 meter, mede omdat de tweede zitrij ook optioneel met 14 centimeter in lengterichting is te verschuiven. Dankzij z’n hoekige vormen is de EQB een praktische elektro-SUV en dus een aanwinst voor de elektrische markt, waar steeds meer te kiezen valt. Een andere, belangrijke USP is dat prettige en uitgebreide MBUX-systeem, dat ook in deze EQB nagenoeg vlekkeloos werkt. Het voor deze elektrische versie speciale EQ-menu zorgt bovendien voor optimalisatie van de aandrijflijn, onder andere door rekening te houden met temperaturen en hoogtemeters op de weg richting de eindbestemming, om zo efficiënt en snel mogelijk daar aan te komen. Daarmee is de EQB een praktische gezins-EV, al blijft het qua prijs een premium product.

Pluspunten: praktisch, comfortabel, stuurwiel met fysieke knoppen

Minpunten: zitpositie achterbank, elektroprestaties ten opzichte van prijs

Eindoordeel

De EQB verrast helemaal nergens en biedt weinig innovatie, maar is toch een goede aanvulling op het EV-aanbod.