Er wacht een sombere toekomst als niemand meer agent of juf wil worden

Agent in opleiding bij een grote verkeerscontrole. © Archief Luc Lodder

Sittard -

Om de personeelstekorten in de publieke sector terug te dringen, moet er slimmer worden gewerkt en meer aandacht komen voor werkplezier, schrijft de SER.

NRC, Christiaan Pelgrim en Annemarie Sterk

Als Nederland niet oppast, wil straks niemand meer leerkracht, verpleegkundige of politieagent worden. Die waarschuwing klinkt door in een nieuw advies van de Sociaal-Economische Raad (SER) aan het kabinet. De ‘regelzucht en verantwoordingsdrift’ in deze beroepen moet snel worden ingeperkt, schrijft de SER. Zo krijgen werknemers meer tijd om hun eigenlijke werk te doen, neemt het werkplezier toe en worden de beroepen weer aantrekkelijker.

Werknemers in de publieke sector hebben nu te maken met ‘toenemende werkdruk en afnemende motivatie’ en haken daardoor sneller af. Met als gevolg: nog meer werkdruk voor de achterblijvers.

Overal is de vraag naar personeel groot; de arbeidsmarkt is historisch krap. Tegenover iedere 100 werklozen staan 133 vacatures. ‘Maatschappelijke’ sectoren als onderwijs, zorg en kinderopvang behoren tot de branches met de grootste tekorten. Het kabinet vroeg daarom advies van de SER, die bestaat uit vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, vakbonden en deskundige ‘kroonleden’.

Hoewel de SER talloze aanbevelingen doet om de krapte te lijf te gaan, benadrukt de adviesraad bovenal dat het nu tijd is voor actie. De urgentie is groot. De problemen op de arbeidsmarkt zullen alleen maar erger worden, verwacht de SER. De komende jaren gaat een toenemend aantal mensen met pensioen. Daartegenover staan te weinig jongeren om hun plaats op de arbeidsmarkt in te nemen.

Intussen neemt de vraag naar arbeid toe. Mede door de vergrijzing zijn er in de zorg steeds meer mensen nodig. ‘Als er niets gebeurt, zal in 2040 een op de vier werknemers in de zorg moeten werken, vergeleken met een op de zeven nu’, staat in het rapport. Dat noemt de SER ‘onhoudbaar en niet realistisch’.

Sombere toekomst

Er wacht een sombere toekomst als de personeelstekorten in de publieke dienstverlening aanhouden, schetst de SER. Denk aan verder oplopende wachtlijsten in de zorg, verder dalende onderwijsprestaties, aangiftes die blijven liggen, achterstallige rechtszaken. Daarnaast bedreigen de personeelstekorten de grote ambities van het huidige kabinet. Want ook voor de energietransitie, het aanpakken van de stikstofcrisis en het bouwen van woningen zijn veel mensen nodig. Door de arbeidskrapte kunnen we niet ‘alles doen wat we willen’, schrijft de SER. ‘Er zullen keuzes gemaakt moeten worden.’

Wel kan er slimmer gewerkt worden in de publieke sector. De productiviteit is er achtergebleven bij het bedrijfsleven, ziet de raad. Dat betekent niet dat leerkrachten, verpleegkundigen of politieagenten minder hard werken. Wel dat ze minder ondersteund worden door technologische innovaties. En dat ze veel tijd kwijt zijn aan administratief werk. Dat noemt de SER niet alleen ‘ondoelmatig’, maar ook ‘fnuikend voor het werkplezier’.

Werkgevers doen te weinig om dat werkplezier te vergroten. Ze denken niet goed genoeg na over hoe ze het werk ‘hanteerbaar, aantrekkelijk en perspectiefrijk’ kunnen houden. Bestuurders moeten zich dat aantrekken, stelt de raad, en investeren in goed werkgeverschap.

Deeltijdwerkers

Werkgevers kunnen ook profiteren van veel onbenut potentieel, ziet de SER. Bijvoorbeeld de 180.000 Nederlanders zonder baan die volgens statistiekbureau CBS wel wíllen werken, maar niet actief op zoek zijn naar een baan – bijvoorbeeld omdat ze ontmoedigd zijn na eerdere afwijzingen. Zij zouden beter geholpen kunnen worden, denkt de SER. Ook zijn publieke organisaties nog altijd terughoudend met het aannemen van mensen met een handicap. Zij lopen op dit gebied achter op het bedrijfsleven, schrijft de adviesraad, en kunnen een sterkere voorbeeldrol vervullen.

Verder kent Nederland bovengemiddeld veel deeltijdwerkers. Voor hen is het financieel vaak onaantrekkelijk om meer uren te gaan werken. „In sommige gevallen hou je netto niks over”, zegt SER-kroonlid en hoogleraar economie Bas ter Weel. Daarnaast zijn er, vooral voor jonge ouders, praktische belemmeringen. „Je kunt volgens mij bijna nergens in Nederland je kind om zeven uur afleveren en vijf uur ophalen”, zegt Ter Weel.

En dan is er nog het verschil tussen papier en praktijk. In het onderwijs wordt veel in deeltijd gewerkt. Maar dat komt ook door de hoge werkdruk: leerkrachten werken doorgaans veel meer uren dan er in hun contract staat.

Ter Weel heeft goede hoop dat het kabinet nu vaart gaat maken. Het kabinet investeert honderden miljoenen in het verhogen van zorg- en onderwijssalarissen. „Er gebeurt wat – gelukkig.”

Gerelateerde berichten

Ander Nieuws