Dit artikel is exclusief voor abonnees van De Limburger
Dit Plus-artikel lezen? Bekijk onze digitale abonnementen

Nederland heerst bij vrouwen, maar Limburgse wielertopper ontbreekt: ‘Steeds minder koersen en verenigingen die niet zijn ingericht op vrouwen’

Peloton deze week op de Cauberg tijdens de Ladies Tour. © Ermindo Armino

Sittard -

Nederland is al jaren toonaangevend in het vrouwenwielrennen. Ieder seizoen stoten er nieuwe talenten richting de wereldtop. Een Limburgse naam ontbreekt echter al jaren. Hoewel er een aantal rensters in het profpeloton fietst, doen die nooit mee om de overwinning. En dat zal nog wel even zo blijven.

Tom van der Wilt

Het is met een loep zoeken naar een renster uit de eigen provincie tijdens de Simac Ladies Tour, de belangrijkste etappekoers die Nederland rijk is bij de vrouwen. Pien Limpens geeft commentaar bij L1, Sabrina Stultiens liet zich afgelopen week even zien bij de start. En Lotto-Soudal, de ploeg van Kylie Waterreus, start niet. Alleen Quinty Schoens heeft een rugnummer opgespeld, maar uit nood omdat een ploeggenote van Parkhotel Valkenburg op het laatste moment een blessure opliep.

Status

Het zegt iets over de status van het Limburgse vrouwenwielrennen dat in schril contrast staat met de mondiale overheersing van Nederland. Dat beseft ook Danny Stevens. De Belg traint al jaren de talenten bij het RTC in Sittard. „We praten er heel veel over. Waar ligt het aan? Clubs doen hun best, maar ledenaantallen stijgen niet”, zucht hij. „De vijver blijft heel klein. Ouders zijn denk ik ook vaak huiverig om hun dochter te laten wielrennen. De kans op blessures is groot.”

Quinty Schoens (midden met zwarte helm) was de enige Limburgse deelneemster deze week.  © Ermindo Armino

In Nederland hebben maar 1200 vrouwen een wielerlicentie. Dat is 13 procent van het totaal. En lang niet iedereen doet aan competitie. Voetbal, handbal, hockey en paardrijden zijn vaak geschiktere alternatieven. En vaak ook stukken dichterbij.

Groepjes

Wie zich in Limburg bij een club wilt aansluiten heeft weinig keuze, stelt John Waterreus, de vader van Kylie Waterreus, die naast secretaris van district Limburg ook voorzitter is van de commissie wegwielrennen binnen de KNWU. „Vanuit Weert moet je al naar Brabant of Zuid-Limburg toe. Kylie was vroeger daar de enige, terwijl in Brabant en Noord-Holland soms wel groepjes van tien meiden zijn. Ouders moeten die kinderen halen en brengen. Wij hebben het zelf jaren gedaan, maar wij hebben maar één dochter.”

Eindzege voor Wiebes, Bredewold wint slotrit

Lorena Wiebes heeft gisteren de Simac Ladies Tour gewonnen. De ritzege op de slotdag in Arnhem ging naar de Nederlandse Mischa Bredewold van Parkhotel Valkenburg. Samen met de Italiaanse Eleonora Camilla Gasparrini (tweede) bleef ze het peloton net voor.

Wiebes, die rijdt voor Team DSM, won de sprint om de derde plaats en behield haar voorsprong in het klassement. Ze had eerder de eerste twee etappes gewonnen. Onderweg werd het wel even kritiek voor de Zuid-Hollandse. Drie vrouwen hadden een voorsprong opgebouwd van drie minuten, onder hen de Australische Amanda Spratt die op dat moment virtueel de leiderstrui in bezit had.

Het drietal werd tien kilometer voor de finish ingelopen, waarmee het grootste gevaar voor Wiebes geweken was en ze op weg leek naar haar derde ritzege. Tot Bredewold ten aanval trok en de Italiaanse Gasparrini meekreeg. De draagster van de witte trui als beste jongere redde het in de sprint, enkele seconden voordat Wiebes over de streep raasde. „Ik had precies het juiste moment gekozen en die Italiaanse reed ook goed mee. Het was alles of niets, heel tof dat het is gelukt”, vertelde de ritwinnares die overstapt naar SD Worx.

Quinty Schoens (Stein) handhaafde zich gisteren in het peloton en was op de 25ste plaats in het eindklassement de beste Limburgse.

Veel toprensters hebben Limburg als uitvalsbasis. „Je kunt wel een ideale omgeving hebben, maar de rest is er niet”, is Waterreus duidelijk. „Steeds minder wedstrijden en verenigingen die niet zijn ingericht op vrouwen. Er moet echt iets veranderen.”

Sophie van Bakel (28) woont al jaren in Limburg, maar komt oorspronkelijk uit Noord-Brabant. Ze studeerde geneeskunde in Maastricht en heeft zitting genomen in het bestuur van Limburg Cycling, het orgaan dat namens de provincie het wielrennen (financieel) ondersteunt.

Talent

Ze ziet wel enig licht aan de horizon. „Pien heeft de potentie om een stabiele renster te worden. Quinty kan nog grote stappen maken. En Scarlett Souren is een groot talent. Ik ben benieuwd waar haar top ligt.”

Souren won in de jeugd veel wedstrijden. De 18-jarige uit Meerssen komt volgend jaar uit voor Parkhotel Valkenburg, de opleidingsploeg bij uitstek. Volgens Waterreus mag de formatie zich nog meer richting op de provincie. „Dat doen ze de laatste tijd iets beter. Daarvoor heb je een Limburgse sponsor. Datzelfde geldt voor SD Worx.”

John Waterreus © Sportfoto Photoagency-Bart Hazen

Het trio ziet nog een probleem. Wielrennen lijkt een volkssport, maar gaat steeds meer richting een sport voor rijkere mensen als je wilt beginnen. Dat komt vooral door de kosten van het materiaal. En dan komt er nog een lidmaatschap bij van de KNWU, inschrijfgeld voor een koers en contributie van een vereniging. Al met al is het een ingewikkelde puzzel. Van Bakel: „Zonder financiële steun van je ouders red je het niet. En de ouders van nu zijn wellicht ook minder geneigd ver te rijden.”

Toegankelijker

Van Bakel ziet in Limburg een groot verschil met waar zij opgroeide. Van de vele wielerbanen in haar omgeving vindt ze er hier maar weinig terug. „Ik kon daar vroeger op de fiets naartoe. De sport moet toegankelijker. Daar zijn de laatste twee jaar initiatieven toe genomen in Limburg. Dat heeft even tijd nodig.” Dat weet ook Stevens, die op korte termijn geen meisjes ziet doorkomen vanuit de junioren en nieuwelingen. „Hopelijk zijn ze er wel en staan ze bij ons nog niet op de radar.”

Lees ook