Werd Tanja Groen slachtoffer van Marc Dutroux? Maastricht was bekend terrein voor de seriemoordenaar

© De Limburger

Heeft de Belgische seriemoordenaar Marc Dutroux iets te maken met de verdwijning van Tanja Groen in 1993? De mogelijkheid dat de paden van de achttienjarige studente en de moordenaar elkaar hebben gekruist, blijkt in het verleden nooit uitputtend onderzocht.

Pascale Thewissen en Claire van Dyck

Het is vroeg in de nacht als in 1993 een gil de stilte op de Rijksweg, ter hoogte van de torenmolen in de Maastrichtse buurtschap Vroendaal, doorbreekt. Twee bewoonsters van de wijk De Heeg, die beiden langs het fietspad richting Gronsveld wonen, horen de kreet door een openstaand slaapkamerraam. Dat verklaren ze los van elkaar tegen agenten die een week na de verdwijning van de achttienjarige Tanja Groen buurtonderzoek doen. Het geluid komt volgens hen van de kant van het Savelsbos.

Nu, 29 jaar na dato, heeft Nederland een rechtshulpverzoek ingediend bij de Belgische justitie. Met zo’n verzoek vraagt een staat een andere om hulp. In dit specifieke geval wordt gevraagd om onbekend gebleven vrouwelijke DNA-sporen, aangetroffen in de huizen en bestelbusjes van de Waalse serieverkrachter en -moordenaar Marc Dutroux, te vergelijken met DNA van Tanja Groen. Een kwestie van potentiële daders wegstrepen en scenario’s uitsluiten, luidt de officiële lezing.

Gil

Gronsveld ligt amper zes kilometer van de Belgische grens. Het coldcaseteam van de politie Limburg laat in het nieuwe onderzoek naar de mogelijke betrokkenheid van Dutroux de stopwatch meelopen: vanaf de afrit van de snelweg vanuit Luik is het precies één minuut en 25 seconden rijden naar de locatie waar de gil is gehoord. En deze plek ligt op de route die Tanja mogelijk genomen heeft om naar haar studentenkamer in Gronsveld te fietsen. Al blijft het de vraag hoe ver ze is gekomen.

Lees ook: ‘We zijn geen verlengstuk van politie en justitie, maar we willen het onderzoek naar Tanja Groen ook niet hinderen’

Tanja wordt in de nacht van 31 augustus op 1 september 1993 voor het laatst gezien als ze kort na middernacht het studentendispuut Circumflex aan de Herbenusstraat in het stadscentrum verlaat. Vanaf dan ontbreekt elk spoor van Tanja en haar fiets. Dagen gaan voorbij zonder dat iemand de studente mist. Pas als ze op vrijdagmiddag niet in Schagen bij haar ouders aankomt en medestudenten hen bellen om te vragen waar ze is, gaan alarmbellen af. Maar dan is al veel kostbare tijd verstreken.

Junkenpark

Het is niet uit te sluiten dat de paden van Marc Dutroux en Tanja Groen elkaar hebben gekruist. Dutroux was actief in heel België en tot ver daarbuiten. Zo ging hij geregeld naar Slowakije en Tsjechië waar hij ook meisjes misbruikte. Uit diverse verklaringen van onder anderen ex-echtgenote Michelle Martin blijkt dat Dutroux in de omgeving van Maastricht kwam om verdovende middelen te kopen. Dat geldt ook voor zijn hulpje Michel Lelièvre, die heeft verklaard dat hij in 1994 de grens overstak om drugs te scoren. Maastricht had destijds nog een junkenpark en drugsrunners op bijna elke straathoek om de vele buitenlandse gebruikers op te vangen. Ook heeft de Nederlandse politie informatie dat Dutroux een ‘contactpersoon’ in Maastricht zou hebben gehad.

Lees ook: Reconstructie: de verdwijning van studente Tanja Groen

In één van de huizen van Dutroux is bovendien een wegenkaart gevonden waarop Maastricht met balpen is omcirkeld. Dutroux handelde enige tijd in oude auto’s. Deed hij zaken met één van de autosloperijen op woonwagenkamp Vinkenslag, pal langs de A2 bij Gronsveld? Concrete aanwijzingen daarvoor zijn er niet, maar het valt volgens politiemensen niet uit te sluiten. Ook opmerkelijk: de partner van Jean-Michel Nihoul, één van de medeverdachten van Dutroux die inmiddels is overleden, werkt op dat moment voor een filmproductiemaatschappij van de Franse travestiet Didier Pellerin, die handelt in harde pornofilms. Het hoofdkantoor is gevestigd in Amsterdam, met sinds juli 1993 een nevenvestiging aan de Parkweg in Maastricht, blijkt uit gegevens van de Kamer van Koophandel.

„Toch is de mogelijkheid dat Dutroux achter de ontvoering van Tanja zat, nooit serieus onderzocht”, zegt de Waalse oud-rijkswachter en -rechercheur Jean-Pierre Adam, die na de arrestatie van Dutroux wordt toegevoegd aan het onderzoeksteam in Neufchâteau. Na zijn pensionering gaat hij door met het natrekken van sporen die in zijn ogen onvoldoende zijn nagelopen. „Waarom ging Dutroux naar Maastricht? Op welke dagen? Wie ontmoette hij daar? Welke route nam hij? In welke auto reed hij? In geen van de vele verhoren is daarop doorgevraagd.”

De zaak-Dutroux in vogelvlucht

• Op 9 augustus 1996 wordt bij een zwembad in het Waalse Bertrix de veertienjarige Laetitia Delhez ontvoerd. Dankzij getuigen, die een verdacht wit bestelbusje hebben gezien en een deel van de nummerplaat hebben onthouden, komt de politie op het spoor van Marc Dutroux. De man, een marginaal uit Charleroi, is eerder veroordeeld voor een reeks gewelddadige verkrachtingen maar werd vervroegd vrijgelaten. Met zijn echtgenote Michelle Martin en hulpje Michel Lelièvre wordt hij op 13 augustus opgepakt.

Marc Dutroux bij het verlaten van de rechtbank in Neufchâteau. © Getty Images

• Twee dagen later wijst Dutroux de weg naar een verborgen, piepkleine ruimte onder zijn woning in Marcinelle. Daar houdt hij niet alleen Laetitia maar ook Sabine Dardenne (12) gevangen. Ze is drie maanden eerder in Kain verdwenen. Al snel wordt duidelijk dat Dutroux ook betrokken is bij ontvoering van de dan achtjarigen Julie Lejeune en Mélissa Russo. De meisjes zijn veertien maanden eerder verdwenen nadat ze vanaf een viaduct in Grâce-Hollogne bij Luik naar het voorbijrazend verkeer stonden te zwaaien.

• Op zaterdagmiddag 17 augustus 1996 worden hun lichamen opgegraven bij de woning van Michelle Martin in het gehucht Sars-la-Buissière. Daar wordt ook het lichaam van de Fransman Bernard Weinstein, een handlanger van Dutroux, gevonden. Hij is waarschijnlijk levend begraven na een ruzie om geld. Even is er de hoop dat de Hasseltse An Marchal en Eefje Lambrecks, respectievelijk 17 en 19 jaar oud als ze op 22 augustus 1995 tijdens een korte vakantie aan de Belgische kust verdwijnen, nog in leven zijn. Maar ook zij blijken naar het horrorhuis te zijn gebracht, keer op keer verkracht en vervolgens vermoord. Op 3 september worden hun lichamen gevonden in Jumet, mede dankzij de Nederlandse kapitein Harrie Jongen, bijgenaamd Harrie de Neus. Hij neemt met zijn prikstok een lijkengeur waar en wijst de plek aan waar de meisjes begraven liggen.

• Dutroux wordt in 2004 tot levenslang veroordeeld. Zijn echtgenote krijgt dertig jaar cel en hulpje Michel Lelièvre 25 jaar. Zakenman Michel Nihoul, die samen met Dutroux terechtstaat, wordt vrijgesproken van ontvoering en moord maar krijgt vier jaar gevangenisstraf voor bendevorming en drugshandel. Hij overlijdt in 2019 aan de Belgische kust, waar hij sinds zijn vrijlating in 2006 woont.

• Ook Lelièvre en Martin zijn intussen weer op vrije voeten. De ouders van de vermoorde meisjes zijn ervan overtuigd dat er nog andere personen bij de zaak betrokken waren en dat Dutroux meer slachtoffers heeft gemaakt. Het onderzoek naar die vertakkingen, dat bekendstaat als het dossier Dutroux-bis, heeft nooit iets opgeleverd. Mede doordat sommige sporen nooit zijn nagegaan.

Gevangenis

Vast staat dat Dutroux op het moment van de verdwijning van Tanja Groen op vrije voeten is. Hij heeft in april 1992 vervroegd de gevangenis mogen verlaten, nadat hij in 1989 is veroordeeld tot 13,5 jaar cel voor het verkrachten van vijf meisjes en een oudere vrouw. Verschillende getuigen verklaren dat hij na zijn vrijlating hint op het ontvoeren van jonge meiden. Hij zoekt handlangers, heeft het over kooien die hij wil bouwen en beweert dat daar veel geld mee te verdienen is. Zijn modus operandi: hij laadt meisjes met fiets en al in een busje en dwingt ze slaap- en kalmeringstabletten te slikken om hun verzet te breken. Heel eenvoudig, verklaart hij daar later over: ‘Hou ze gewoon vast, met één hand voor de mond’, zo staat in het dossier.

Jean-Pierre Adam is ervan overtuigd dat Dutroux tussen zijn vrijlating in april 1992 en de ontvoering van de Luikse meisjes Julie en Mélissa in juni 1995 niet heeft stilgezeten en meer moorden heeft gepleegd dan de vier waarvoor hij uiteindelijk in 2004 wordt veroordeeld. De oud-rechercheur linkt nog zeker vijf andere moorden aan Dutroux. Het gaat om Laurence Mathues (1992, Waver), Régina Gillard (1994, Ottignies), Vicky Descamps (1995, Blankenberge), Tatiana Andujar (1995, Toulouse) en Carola Titze (1996, De Haan). Bij sommigen van hen zijn grote hoeveelheden slaap- en kalmeringstabletten aangetroffen, een bekende werkwijze van Dutroux.

Lees ook: De namen van Julie en Melissa en An en Eefje staan voor altijd in het collectieve geheugen gegrift

Tanja Groen. © Familie Groen

Als Dutroux met zijn vrouw en twee handlangers in augustus 1996 wordt gearresteerd, leggen Nederlandse speurders direct een link met Tanja. Politieman Ben Renckens, één van de rechercheurs die de verdwijning van de studente onderzoekt, typt zes dagen na de aanhoudingen een rechtshulpverzoek aan de collega’s in België. Het zijn vijf kantjes, ze maken deel uit van de 55 pagina’s die betrekking hebben op Tanja Groen in het dossier-Dutroux. Ter vergelijking: het hele dossier telt ruim 440.000 pagina’s. Het gaat onder meer om een beschrijving van haar kleren, fiets, sleutels en beursje en de mededeling dat de politie vingerafdrukken, gebitsgegevens en haren van Tanja heeft. Het bericht sluit af met een verzoek: ‘Daar het niet is uitgesloten dat Marc Dutroux eventueel debet is aan de verdwijning van Tanja Groen, verzoek ik u indien mogelijk in uw onderzoek hieraan aandacht te schenken’, staat te lezen.

Spijkerbroek

„Dat resulteerde erin dat we samen met de ouders op een gegeven moment naar een grote hal in België zijn gegaan om te kijken of er tussen de bij Dutroux aangetroffen kledingstukken iets van Tanja zat”, zegt Renckens. Hij herinnert zich hoe Tanja’s ouders stoppen bij een spijkerbroek van het merk dat Tanja droeg en waarvan de pijpen naar binnen zijn omgeslagen, zoals Tanja dat ook placht te doen. Maar uiteindelijk luidt de conclusie dat de broek niet van haar kan zijn: ze zou geen broek dragen met slijtplekken op de knieën. ‘Wat als ze opgesloten heeft gezeten in een donkere kelder, op haar knieën’, merkt een Belgische agent dan op. Dat raakte haar ouders wel.

Nadat het doorzoeken van de kleding niets heeft opgeleverd, bloedt het spoor richting Dutroux dood. Hoewel de Cel Vermiste Personen door de jaren heen blijft herhalen dat de verdwijning van Tanja de aandacht heeft van de Belgische opsporingsdiensten, worden er blijkbaar geen concrete onderzoekshandelingen meer verricht. Terwijl er nog sporen zijn die onderzocht kunnen worden. Zo zijn er lange bruine haren gevonden op een matrasje bij Dutroux en in het huis van de door hem vermoorde handlanger Bernard Weinstein. Volgens een bron bij het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (het Belgisch forensisch instituut) zijn deze nooit vergeleken met DNA van Tanja Groen. Hetzelfde geldt waarschijnlijk voor de ruim twintig aangetroffen DNA-profielen, waarvan ten minste tien vrouwelijk. Deze biologische sporen kunnen nog altijd niet gelinkt worden aan specifieke personen.

Op een door Interpol samengestelde lijst van bijna tweehonderd vermisten, staat ook de naam van Rosa van de Palen, het vijftienjarige meisje dat op 9 juli 1996 in Sittard op klaarlichte dag spoorloos verdwijnt. Politieman Jean-Pierre Adam heeft haar naam nooit eerder gehoord; haar zaak is voor zover hij weet in België nooit onderzocht.

 © De Limburger

Oud-rechercheur Peter Van Heugten neemt in 1997 de zaak rond Tanja Groen over van Renckens. „Het dossier slingerde in een klapper rond op een vensterbank toen ik ermee aan de slag ging. Het was niet volledig. Het rechtshulpverzoek van Renckens ken ik niet, nooit gezien. Door het overschakelen op andere systemen, zijn we ook stukken kwijtgeraakt”, zegt hij. Meerdere bronnen binnen opsporingskringen bevestigen dat.

Moeizaam

Van Heugten kan alleen maar beamen dat de samenwerking met België moeizaam verliep. Maar niet alleen met België. „Toen Wim Smulders uit Geldrop in beeld kwam als potentiële moordenaar van Tanja wilden de collega’s in Eindhoven hem per se zelf verhoren. Ze wilden zelf met de eer gaan strijken als er een doorbraak zou komen”, stelt hij. Zelfs op zijn sterfbed is Smulders ondervraagd, maar hij gaf geen krimp. ‘Geile Wim’, zoals zijn bijnaam luidde, werd in 1994 veroordeeld voor de moord op de Eindhovens Rienja Shewpersadsingh. In zijn cel zou hij een medegevangene hebben opgebiecht dat hij ook ‘dat meisje uit Maastricht’ en nog tien anderen had vermoord. Die verklaringen leidden vorig jaar tot zoekacties van de politie op de Strabrechtse Heide, waar Smulders zijn slachtoffers begraven zou hebben. Dit leverde niets op.

Zoekactie op de Strabrechtse Heide. © Jeroen Kuit

Volgens Van Heugten is in Nederland vrijwel elke strohalm aangegrepen om Tanja te vinden. Hij herinnert zich dat iemand gedroomd had dat ze in een rioolbuis was verstopt. „Daar zijn we toen gaan kijken.” Bossen zijn uitgekamd, een haven gedregd, gangenstelsels in grotten doorzocht; tips van wichelroedelopers en paragnosten nagetrokken. Een graf in Heugem, dat tijdens haar verdwijning openlag, werd blootgelegd na een tip dat Tanja daar begraven was.

Overal is gezocht. Maar op wat er in België gebeurde, had de politie in Nederland geen enkel zicht en geen invloed. „Je zou kunnen zeggen dat als je kwaad in zin hebt en je komt uit Nederland, je het beste in België iemand kunt ontvoeren en dan in Duitsland het lichaam moet dumpen. Grote kans dat je nooit gepakt wordt”, zegt Van Heugten cynisch. Naast Smulders en Dutroux staan ook de namen van Ronald Janssen uit Belgisch-Limburg, de Franse seriemoordenaar Michel Fourniret en de Duitser Egidius Schiffer (die bekendstond als ‘de Akense wurger’) op de lijst van potentiële daders. Ook daar is voor zover bekend nooit op door gerechercheerd.

Lees ook: Stripverhaal als laatste strohalm in zaak Tanja Groen: ‘Hoe mooi zou het zijn als we bloemen op haar graf kunnen leggen’

Groningen

In het Belgische strafdossier zit een brief, geschreven vlak na de arrestatie, van een man uit Groningen die beweert dat hij weet wie verantwoordelijk is voor de verdwijning van Tanja en schrijft dat er een link is met Dutroux. Hij richt zich in zijn brief in eerste instantie tot de Belgische minister van Justitie, die het schrijven doorstuurt aan de betrokken speurders met de mededeling tres urgent (zeer dringend). De man reageert verbaasd als er na al die jaren opeens twee Limburgse journalisten voor zijn deur staan. Hij zegt nooit gehoord te zijn over de zaak, niet door de Belgische politie noch door de Nederlandse. Volgens hem is de dader afkomstig uit het noorden van het land en heeft die Tanja tijdens een vakantie in Maastricht om het leven gebracht. De Groninger heeft naar eigen zeggen in mei van dit jaar ook een brief aan het Limburgse coldcaseteam gestuurd. Zijn verhaal kent veel interpretatie en inkleuring, maar weinig feiten.

„Of het iets oplevert of niet, het is onvoorstelbaar dat dit Groningse spoor niet in 1996 meteen is nagetrokken en afgevinkt”, zegt Els Scheurs. Ze is de partner van Jean Lambrecks, vader van de door Dutroux vermoorde Eefje. Samen met politieman Jean-Pierre Adam schreven ze twee jaar geleden een boek waarin ze de vele vertakkingen en niet-onderzochte sporen in de zaak-Dutroux in kaart brengen. Van een mogelijke link met de zogeheten Zandvoortse kinderpornozaak tot mogelijke verdachten die nooit vervolgd zijn. Ze stellen dat er nog veel open eindjes zijn die niet of onvoldoende zijn onderzocht. Schreurs is nog bijna dagelijks aan het speuren naar nieuwe aanknopingspunten en wil de onderste steen boven krijgen.

Het verwijt dat het onderzoek niet goed is gevoerd, klinkt ook uit de mond van Michel Bourlet. Deze oud-procureur heeft er nooit een geheim van gemaakt dat hij vindt dat onderzoeksrechter Jacques Langlois (die het onderzoek naar de zaak Dutroux leidde) zijn werk niet goed heeft gedaan. Waarom, vraagt Bourlet zich af, zijn de onbekende mannelijke sporen bijvoorbeeld niet vergeleken met die van andere potentiële verdachten in het dossier?

 © De Limburger

Als voorbeeld haalde Bourlet drie jaar geleden in een interview met een Belgische krant de uitbater van Hotel Brazil aan, een hoerenkast in Blankenberge. In het huis van Dutroux werd een briefje gevonden met het telefoonnummer van Hotel Brazil en ‘100.000 franc’ erbij geschreven. Het hotel ligt vlak bij de plek waar An en Eefje verdwenen. Toch is het DNA van deze man nooit vergeleken met de onbekende mannelijke sporen die onder meer in Dutroux’ gruwelkelder in Marcinelle werden aangetroffen. De uitbater is jaren geleden met de noorderzon vertrokken.

Databanken

De vraag is welke gevolgen het rechtshulpverzoek uit Nederland kan hebben voor het Belgische onderzoek. Advocaat-generaal Jean-Baptiste Andries van het Hof van Beroep in Luik laat in een reactie weten dat het rechtshulpverzoek is ontvangen en momenteel in behandeling is. ‘De resultaten worden zo snel mogelijk naar de verzoekende autoriteit gestuurd en alleen deze laatste is bevoegd om over de inhoud ervan te communiceren.’

Hij stelt verder dat in het verdrag van Prüm, waarin het uitwisselen van informatie op het gebied van grensoverschrijdende criminaliteit geregeld wordt, is vastgelegd dat de DNA-databanken van deelnemende landen met elkaar worden vergeleken. ‘Dat betekent dat als een in de Belgische databank aanwezig spoor overeenkomt met een in de Nederlandse databank aanwezig profiel, de Nederlandse autoriteiten automatisch worden geïnformeerd’, aldus Andries. Op de vraag of de onbekende DNA-profielen die bij Dutroux zijn gevonden ook in die databank te vinden zijn, geeft hij geen eenduidig antwoord. „Dat maakt deel uit van de informatie die we met de Nederlandse autoriteiten zullen delen, en alleen met hen.”

Gouden tip

Het was wijlen Peter R. de Vries die hoopte met een beloning van een miljoen euro alsnog een doorbraak te forceren in de verdwijning van Tanja Groen. Door middel van crowdfunding werd met Stichting De Gouden Tip het geld bijeengebracht. Na de dood van de misdaadverslaggever nam zijn dochter Kelly de Vries het voorzitterschap over.

Op 23 juni van dit jaar, op de verjaardag van Tanja, werd ‘het jaar van Tanja Groen’ afgesloten. Er kwamen pakweg duizend tips binnen. Het leeuwendeel daarvan is uitgezocht of terzijde geschoven; een aantal tips wordt nog verder onderzocht. Het rechtshulpverzoek dat nu in België is ingediend, staat los van dit initiatief.

Oud-speurder Van Heugten hoopt in elk geval dat er ooit nog een spoor van Tanja gevonden wordt. „We hebben niks, nog geen dopje van haar fietsventiel. Niet eens de aanwijzing dat er sprake is van een misdrijf. Ook een ongeluk kunnen we niet uitsluiten. Rondom de Kennedybrug was het destijds een grote bouwput. Misschien dat ze daar onderweg wel is ingereden en er daags later een lading zand over haar heen gekieperd werd. Het enige dat vaststaat, is dat ze verdwenen is. Hoe langer het duurt, hoe onwaarschijnlijker het is dat de zaak nog wordt opgelost. Het draadje om aan te trekken wordt steeds dunner. Maar ik ben bang dat de antwoorden die de ouders zo graag willen hebben, er nooit komen. Want al blijkt straks dat bijvoorbeeld Dutroux erbij betrokken was, dan nog blijft de vraag wat er met haar is gebeurd. Met iedere la die opengaat, komen er vrees ik weer een hele hoop nieuwe vragen bij.”

Gerelateerde berichten

Ander Nieuws