BMW is een beetje koppig. Wat iedereen een SUV noemt, duiden ze in München aan als Sports Activity Vehicle: SAV. En het woord ‘facelift’ kun je bij de Bayerische Motoren Werke ook maar beter vermijden. Want als iemand het je hoort zeggen, word je opgesloten in de giftschrank, de geheime garage onder het BMW Museum, waar alle vergeten studiemodellen leven. Iets wat we eigenlijk best zouden willen…

Afijn, vóór ons staat de 3-serie LCI, zoals BMW dat zegt: de Life Cycle Impulse. Is hij gelijk te herkennen als gladgestreken nieuweling? Moeilijk, want de veranderingen zijn subtiel. Alle usual facelift-suspects zijn aanwezig: lichtunits met een andere indeling, gewijzigde bumpers en nieuw ontworpen lichtmetalen wielen. Kleine modificaties, die meer zijn dan de som der delen, want de opgewaardeerde 3-serie oogt werkelijk cleaner dan eerst.

Interieur

Rigoureuzer zijn de BMW-ontwerpers te werk gegaan in het interieur. De onder een overkapping geplaatste digitale cockpit is weg, evenals het losse infotainmentscherm boven op de middenconsole. Ervoor in de plaats komt een langwerpige ‘plank’ met achter glas twee displays: een digitaal instrumentarium en het touchscreen van het infotainmentsysteem, dat licht naar de bestuurder toe is gedraaid. Het aantal fysieke knoppen is met meer dan de helft afgenomen.

We kennen de opstelling uit de gefacelifte X7 en de volledig elektrische i4 en iX. Het grote verschil met de nieuwe X1 en 2-serie Active Tourer is dat die geen iDrive-controller meer op de middentunnel hebben. BMW kiest daarvoor in kleinere modellen, waarin de bestuurder gemakkelijk bij het touchscreen kan. Een fysieke draai- en drukknop is dan niet meer nodig, vindt de fabrikant. Maar daar zijn wij het niet helemaal mee eens. De 3-serie heeft de controller nog wel en dat is erg handig.

Allereerst: het grote scherm van BMW werkt goed. Je kunt swipen en klikken dat het een lieve lust is, het multimediasysteem houdt je bij en hoeft nergens lang over na te denken. Onderweg geven we echter de voorkeur aan de vertrouwde iDrive-controller. Je kunt je rechterarm ontspannen op de middensteun leggen en intuïtief schuiven en draaien om de gewenste optie te vinden in de uitgebreide menu’s van het BMW Operating System 8. Zo hoef je je ogen wat minder lang van de weg te houden.

Automaat

Die arm heeft verder weinig te zoeken op de middenarmsteun, overigens, want er is geen schakelpook om naar te grijpen. Voorheen kon je de 318i, 318d en 320d met een handbak bestellen, maar die tijden zijn voorbij. BMW past op iedere uitvoering een achttraps Steptronic-automaat toe; een uitstekende transmissie, die soepel, snel en schokvrij van verzet naar verzet springt. Een grote keuzehendel schittert door afwezigheid. Je zet de automaat in D of R met een tuimelschakelaar.

Motoren

En dan hebben we de nieuwigheden gehad, want motorisch blijft alles hetzelfde. Er is dus nog steeds veel keuze: uit vier benzinemotoren, vijf diesels en twee plug-in hybrides. Tijdens de persintroductie had BMW voor ons de lekkerste klaargezet: de M340i xDrive. Een soort M3 light, met een 3,0-liter twinturbo zes-in-lijn en 374 pk. Van de ingehouden zescilinderroffel en de tomeloze kracht werden we dronken van geluk. Het hoge praktijkverbruik gaf ons echter een kater.

Daarom zijn er verstandigere opties, zoals de 320e en 330e. Het zijn stekkerhybrides, die een viercilinder met turbo koppelen aan een elektromotor. De 320e is 204 pk en 350 Nm sterk, haalt een elektrische actieradius van maximaal 62 kilometer en lacht ook zelf hard om zijn WLTP-verbruik van 1 op 77. Dat erg theoretische cijfer geeft BMW eveneens op voor de 330e, die uit zijn aandrijflijn 292 pk en 420 Nm trekt. De BMW 318i kost 50.108 euro. Voor 1000 euro meer heb je al de efficiëntere 320e.

Extra opties

Welke 3-serie het ook wordt, na de Life Cycle Impuls krijgt-ie altijd een aantal extra opties mee, zoals airconditioning met drie zones, Park Distance Control met sensoren vóór en achter, en een automatisch dimmende binnenspiegel. Dan word je tenminste niet verblind door de standaard led-koplampen als er een nieuwe 3-serie achter je opduikt. Of de bestuurder moet voor de adaptieve optie hebben gekozen, dan schijnt de grootlichtassistent om je heen.

Plus: Nog altijd aantrekkelijk, uitstekende automaat, iDrive-controller is gebleven, rijdt als een 3-serie.

Min: Minder knoppen niet per se gebruiksvriendelijker.

Eindoordeel

BMW heeft relatief weinig veranderd aan de 3-serie. Meer was ook niet nodig. De premium-Duitser is nog steeds een van de bestrijdende grote middenklassers op de markt, met een uitgebreid motorenprogramma om uit te kiezen. Het nieuwe dashboard is fraai en werkt prima. Is het beter dan wat de 3-serie eerst had? Nee, niet echt.