Venlose raad wil dat staatssecretaris beurs trekt voor Maaslijn: ‘Vertraging ontzettend zuur voor onze regio’
De aanpak van de Maaslijn loopt telkens vertraging op en wordt daardoor ook steeds duurder. — © Stefan Koopmans
De gemeenteraad van Venlo wil dat het Rijk snel werkt maakt van de aanpak van de Maaslijn en daar ook de beurs voor trekt.
Dat schrijft de voltallige raad in een brandbrief aan staatssecretaris Vivianne Heijnen. ‘Wij vragen u prioriteit te geven aan de opwaardering van de Maaslijn en de bijkomende kosten voor zich te nemen’, schrijft vicefractievoorzitter Raquel van de Put van het Venlose CDA namens alle raadsfracties.
Vertraging
Vorige maand werd bekend dat de opwaardering van het traject Roermond-Venlo-Nijmegen wederom vertraging heeft opgelopen. De nieuwe stip op de horizon werd 2027, nadat eerder dit jaar ook al vertraging werd aangekondigd toen ProRail de aanbesteding voor elektrificatie en verdubbeling van het spoor terugtrok.
Lees ook: Opnieuw jarenlang wachten voor treinreizigers: Maaslijn wordt pas in 2027 gemoderniseerd
Behalve uitstel betekent heeft dit ook tot gevolg dat het project flink duurder wordt. Over de verdeling van de kosten loopt ook al langer een discussie met het Rijk. Een eerder afgesproken 50/50-verdeling tussen de provincie Limburg en het Rijk is volgens Provinciale Staten niet langer houdbaar nu de kosten flink zullen toenemen. De voltallige Staten namen een motie aan waarin ze uitspraken dat het Rijk voor die extra kosten moet opdraaien. In de brandbrief roept de Venlose politiek de staatssecretaris nu ook op de kostenverdeling te heroverwegen: ‘De vertraging en extra kosten zijn ontzettend zuur voor onze regio en de Provincie, die al jarenlang inzet op de opwaardering van de Maaslijn. Want deze is van groot belang voor onze inwoners en economie.’
Tweedeling
De Venlose raadsfracties zien de aanleg van infrastructuur in andere delen van het land ondertussen voortvarend doorgaan. Het gaat vooral om projecten in de Randstad, is de kritiek vanuit Venlo, en regio’s zoals Limburg vallen buiten de boot. ‘Hiermee creëert het Rijk een ongewenste tweedeling tussen (de bereikbaarheid van) de regio’s aan de rand, en de rest.’