‘Ook na 2030 kunnen wij Limburgse kwaliteitsjournalistiek bieden en elke dag nieuws, duiding en verdieping brengen’

Hoofdredacteur Bjorn Oostra.© Johannes Timmermans

Hoe ziet de krant er in 2030 uit? Die vraag stond centraal tijdens een brainstorm deze week met een aantal collega’s. Plaats van handeling: een prachtig gerenoveerd kasteel in Kessel waar heden en verleden elkaar de hand geven.

Bjorn Oostra

We vonden het een toepasselijke plek om de digitale toekomst van een 177-jarig papieren product te bediscussiëren. 2030 is niet een toevallig gekozen moment dat nog heel ver weg klinkt maar een dat angstvallig snel dichterbij komt. Nee, het is een stip aan de horizon waarover onze financieel specialisten met enige mate van zekerheid nog iets zinnigs kunnen zeggen. Verder in de toekomst kijken kan wel, maar is in hun ogen tamelijk zinloos.

De rekenmeesters van De Limburger hebben een model gebouwd dat op basis van alle beschikbare data laat zien welke maatregelen wij moeten nemen om de komende jaren winstgevend te blijven. Hoewel de mate van betrouwbaarheid iets afneemt naarmate de tijd verstrijkt, weten wij op hoofdlijnen wat ons de komende jaren te wachten staat. Ervan uitgaande dat de papieren oplage blijft dalen en de groeiende populariteit van de digitale krant het verlies aan omzet voorlopig niet compenseert, moeten wij ook de komende jaren fors snijden in onze kosten. Anders geformuleerd: de redactie zal, volgens dat model, flink moeten krimpen om uit de rode cijfers te blijven.

Lees ook: ‘Wij kunnen meevoelen met burgers die problemen hebben met de overheid, maar niet fungeren als ombudsman of rechter’

Het rekenwerk van onze financials toont aan dat wij het in 2030 met een pak minder mensen moeten doen. Als de komende jaren niets bijzonders gebeurt zou het zomaar kunnen dat wij door de grens van 100 journalisten zakken. Natuurlijk, het gaat om de uitkomst van een rekenexercitie en de werkelijkheid zal er straks anders uitzien, maar wat ons betreft is er alle aanleiding nu al na te denken over de mogelijke consequenties.

En dus lag in Kessel de vraag op tafel hoe de krant er over zeven jaar uitziet. Na een brainstorm van vijf uur was de algehele conclusie: de opdrachten waarvoor wij de komende jaren naar alle waarschijnlijkheid komen te staan zijn pittig, maar niet onoverkomelijk. Uiteraard is het vooruitzicht dat we het op termijn met fors minder moeten doen meer dan vervelend, ook als we die teruggang met natuurlijk verloop kunnen opvangen. Maar het idee is blijven hangen dat we ook na 2030 met een kleinere redactie Limburgse kwaliteitsjournalistiek kunnen blijven bieden. De overgang van print naar digitaal kost weliswaar heel veel bloed, zweet en tranen, maar de Limburgse journalistiek zal niet ten grave worden gedragen.

Lees ook: Eerste mail van het jaar bevat meteen een klacht: schoolbestuurder MeerderWeert boos dat zijn naam in artikel staat

We kunnen straks een heleboel niet wat we nu nog wel doen, maar ook over zeven jaar brengen wij iedere dag weer nieuws, duiding en verdieping uit uw stad of dorp. En ook zullen wij met gedegen onderzoekswerk tegels blijven lichten. Alleen zal de focus dan vooral op digitaal liggen en ontwikkelt de papieren krant zich langzaam maar zeker tot een product dat uitleg biedt bij het nieuws dat u 24/7 via onze app of sociale media voorbij hebt zien komen.

Of en wanneer bovenstaand scenario werkelijkheid wordt, is natuurlijk koffiedikkijken. Maar het mooie aan de brainstorm in Kessel is de overtuiging dat wij meer dan voldoende kwaliteit in huis hebben om serieus na te denken over een toekomst die er heel anders uitziet dan wat we nu doen. En dat biedt dan weer veel vertrouwen voor diezelfde toekomst.

Gerelateerde berichten

Ander Nieuws