Kabinet ziet door bedrijfsleven verfoeide wet niet zitten
Minister Liesje Schreinemacher van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking bij aankomst op het Binnenhof. — © ANP / SANDRA UITTENBOGAART
De mede door coalitiepartijen D66 en CU bedachte wet over maatschappelijk verantwoord ondernemen, kan niet op steun van het kabinet rekenen. VVD-ministers Schreinemacher (Buitenlandse Handel) en Adriaansens (Economische Zaken) hebben de indieners van de wet gevraagd hun plan te heroverwegen.
Dat bevestigt een woordvoerder van Schreinemacher na een bericht van RTL Nieuws. Met het voorstel van D66, CU, PvdA, SP, GL en Volt zoals het er nu ligt is de minister ’er nog niet gerust op dat we de regels hier niet strenger maken dan in landen om ons heen’. Adriaansens voegt toe: „Daarnaast wil het kabinet niet dat bedrijven straks verantwoordelijk zijn voor zaken waar zij geen invloed op hebben, bijvoorbeeld het productieproces bij toeleveranciers.”
Het gaat om het wetsvoorstel Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO). Dat plan geeft bedrijven een zorgplicht voor alle werkzaamheden in hun productieketens, ook over de grens. Als daarin bijvoorbeeld sprake is van dwang- of kinderarbeid, kan het bedrijf daarvoor aansprakelijk gesteld worden.
‘Boetes en strafvervolging voor bestuurders’
De wet kwam in de spotlights te staan toen baggeraar Boskalis vanwege het voorstel Nederland dreigde te verlaten. Het risico om in Nederland te ondernemen, zou door de nieuwe wet te groot worden. Werkgeversorganisatie VNO-NCW waarschuwt dat er boetes en strafvervolging voor bestuurders van bedrijven dreigen als de wet wordt ingevoerd. VVD en CDA zien het voorstel ook niet zitten.
Van de laatste partijen is dat opvallend, omdat er in het coalitieakkoord wel is opgenomen dat Nederland IMVO-wetgeving zou invoeren. Maar daar stond wel bij aangetekend dat die ’rekening houdt met een gelijk speelveld’ in Europa. Volgens de critici gaat het voorstel dat er nu ligt juist verder dan wat andere landen doen. Dat heeft ook consequenties voor hoe aantrekkelijk Nederland is voor bedrijven. Wat het kabinet niet wil is dat ons bedrijfsleven op achterstand komt te staan ten opzichte van concurrenten over de grens en elders in de EU”, waarschuwt Adriaansens.