‘In verkiezingstijd zijn we terughoudend met het plaatsen van opiniestukken en ingezonden brieven van politici’
Hoofdredacteur Bjorn Oostra. — © Johannes Timmermans
De verkiezingen voor Provinciale Staten staan voor de deur en dus krijgt onze opinieredactie met enige regelmaat bijdrages van lijsttrekkers die de afgelopen vier jaar te weinig in beeld zijn geweest en nu nog even snel willen laten zien dat ze bestaan én een mening hebben.
In de regel laten we dit soort stukken liggen en vragen we de schrijver om over een paar maanden een nieuwe poging te wagen. Meestal tevergeefs overigens. Dat we in verkiezingstijd terughoudend zijn met het plaatsen van opiniestukken en ingezonden brieven van politici is een ongeschreven wet die al sinds jaar en dag bestaat. Een politicus die vlak voor een stembusgang de belangrijkste punten uit het eigen verkiezingsprogramma kwijt wil, plaatst maar een advertentie, is het adagium. Het mooie van dit soort ongeschreven wetten is dat ze prima werken als ze strikt worden toegepast. Gebeurt dat een keer niet, dan kun je wachten op gedoe. Zo ook deze keer. De kiem daarvoor werd op 10 januari gelegd.
Lees ook: Opinie: De provincie moet niet terug, maar een stap vooruit zetten
Michael Theuns.
Toen reageerde CDA’er Michael Theuns in een opinieartikel op een uitspraak van gouverneur Roemer, die zich in zijn traditionele nieuwjaarstoespraak zorgen had gemaakt over de financiële positie van de provincie. „De provinciale flappentap voor alle extra’s die Limburg zich jaren kon permitteren, raakt leger en leger”, aldus Roemer. ‘Totale onzin’, was de essentie van het stuk van Theuns. Limburg heeft geld zat, de provincie maakt de verkeerde keuzes en is steeds minder zichtbaar en hoorbaar in de samenleving, luidde het harde oordeel van Theuns. Of je het nu met hem eens bent of niet, met zijn bijdrage an sich is niet zoveel mis. Hij reageert op de actualiteit, beledigt niemand en citeert de uitgangspunten van de eigen partij niet. Toch was het besluit om het stuk van Theuns te plaatsen niet bijster handig. Want als je twee maanden voordat de stembussen worden klaargezet de jonge lijsttrekker van het CDA een plek op de opiniepagina geeft, roep je het op zijn minst over jezelf af dat andere politici het idee krijgen dat onze deur in verkiezingstijd ook voor hen op een kiertje staat.
René Claassen. — © Peter Schols
PVV-lijsttrekker René Claassen dacht dan ook: wat Theuns kan, kan ik ook. En dus kregen wij een opiniestuk van hem als reactie op het artikel van zijn CDA-collega. Omdat Claassen veel meer dan Theuns opzichtig partijpolitiek bedreef – hij had het er bijvoorbeeld over dat de drugshandel ‘gedomineerd wordt door vertegenwoordigers uit Noord-Afrika die hier waarschijnlijk ooit terecht zijn gekomen onder het mom van vluchteling – is zijn bijdrage niet geplaatst. En dat zinde Claassen niet. Hij belde eerst onze ombudsman op en vervolgens mij met de vraag waarom in verkiezingstijd het principe van gelijke monniken, gelijke kappen niet gold. Hoewel ik vind dat zijn bijdrage terecht is geweigerd – immers in strijd met onze ongeschreven wet – kan ik me zijn vraag goed voorstellen.
Lees ook: ‘Onze huisadvocaat is er heel stellig in: geef nooit een verhaal vooraf ter inzage’
Dat geldt, in iets mindere mate, ook voor zijn gevoel dat wij politiek bedrijven door het CDA wel en de PVV geen podium te bieden. Ik heb hem uitgelegd wij dit absoluut niet doen, dat onze onafhankelijkheid ons grootste goed is. Maar ik heb hem ook gezegd dat ik snap dat hij de hem geboden mogelijkheid heeft aangegrepen. Hadden wij onze eigen richtlijnen maar ook op het stuk van Theuns van toepassing moeten verklaren.
Gerelateerde berichten
Ander Nieuws
Max Verstappen weet Helmut Marko na al die jaren nog altijd in vervoering te brengen: ‘Net zo goed als Senna destijds’
Memorial Day in Margraten: zelfs voor zijn vrouw verzweeg soldaat Jeff Wiggins het delven van graven
Nederlands honkbalteam voor blinden, met veel inbreng uit Beek en Sittard, wint voor het eerst een internationaal toernooi