Armoede neemt in 2024 toe, waarschuwt CPB

© ANP / Patricia Rehe

De armoede neemt volgend jaar toe, doordat een aantal steunmaatregelen voor huishoudens met de laagste inkomens wegvalt.

Redactie

Dat voorspelt het Centraal Planbureau (CPB) bij zijn nieuwe raming. Waar dit jaar zo’n 800.000 mensen onder de armoedegrens vallen, zullen dat er in 2024 bijna 1 miljoen zijn.

Het CPB wijst erop dat de overheid een toename van de armoede in 2022 en dit jaar heeft voorkomen. Maar voor een deel is dat te danken aan regelingen die tijdelijk zijn, zoals energiesteun via toeslagen en een prijsplafond voor gas en licht. Zonder extra beleid haalt het kabinet bepaalde doelen dan ook niet. Dan gaat het bijvoorbeeld om de halvering van kinderarmoede in 2025 en algemene armoede in 2030.

Koopkracht gelijk

Tegelijkertijd blijft de koopkracht, dus hoeveel je van je inkomen daadwerkelijk kunt kopen, dit jaar in doorsnee gelijk met die van 2022. Volgend jaar stijgt de gemiddelde koopkracht zelfs met 2 procent, verwacht het CPB. Dat komt doordat de lonen dan harder zullen stijgen dan de prijzen. Maar de persoonlijke financiën van Nederlanders herstellen in doorsnee niet volledig van de extreem hoge inflatie van 2022. Uitgesmeerd over de periode van 2021 tot en met 2024 zal de koopkracht nog altijd dalen.

Maar het CPB waarschuwt dat een plotselinge omslag op de energiemarkten voor minder gunstige koopkrachtplaatjes kan zorgen. De angst voor lege gasopslagen, die de prijzen voor aardgas tot recordhoogtes dreef, is nu weg dankzij de relatief milde winter. Maar als eind 2023 ineens streng winterweer toeslaat, kunnen de prijzen toch weer stijgen en daalt de koopkracht in doorsnee.

Het begrotingstekort loopt tegelijkertijd hard op door alle steunmaatregelen. Zo raamt het CPB de kosten voor het prijsplafond voor energie nu op 5,1 miljard euro. Waar het kabinet vorig jaar nog iets minder uitgaf dan dat er binnenkwam, komt het tekort dit jaar uit op 3 procent van het bruto binnenlands product. „Dat pleit voor veel gerichtere steun dan nu het geval is”, zegt CPB-directeur Pieter Hasekamp.

Oplopende staatsschuld

De rekenmeesters verwachten dat de overheidsfinanciën op de lange termijn verslechteren, met een oplopende staatsschuld. Dat komt doordat de regering veel geplande uitgaven nu nog niet kan doen door de krappe arbeidsmarkt, maar later wel. Daarnaast zullen de rentes stijgen op staatsleningen.

Het CPB verwacht ook dat de economie van Nederland dit en volgend jaar blijft groeien, met respectievelijk 1,6 en 1,4 procent. De werkloosheid zal dit jaar en in 2024 licht oplopen, maar de arbeidsmarkt blijft volgens het onderzoeksbureau krap.

Lees ook: Commentaar: Het is zorgwekkend dat de meerderheid van de huishoudens in Nederland financieel ongezond of kwetsbaar is

Kabinet: toename armoede in 2024 zeer zorgelijk, steun in de maak

Het kabinet is bezorgd over de verwachting dat het aantal huishoudens dat in armoede leeft komend jaar zal toenemen. Dat zeggen ministers Karien van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) en Carola Schouten (Armoedebeleid) in een reactie op onderzoek van het Centraal Planbureau (CPB). Er wordt gezocht naar nieuwe steunmaatregelen.

Volgens het CPB leven in 2024 waarschijnlijk bijna een miljoen mensen onder de armoedegrens, waar dat er nu nog 800.000 zijn. Dat komt vooral doordat steunmaatregelen van het kabinet wegvallen. Het kabinet zoekt voor mensen die kwetsbaar zijn naar mogelijkheden om gerichte steun te bieden, benadrukt het ministerie. Hoe die eruit komt te zien, blijkt uiterlijk 1 juni bij de Voorjaarsnota. In augustus wordt een besluit genomen.

Minister Schouten noemt de verwachtingen van het CPB „zeer zorgelijk”, ook vanwege de grote impact die armoede op mensen en met name kinderen oplevert. „Want de gestegen prijzen hakken er echt in, zeker bij mensen die toch al moeite hebben om de eindjes aan elkaar te knopen.” Ze zegt dat het doel is om het aantal mensen in armoede te verminderen.

Minister Van Gennip wijst erop dat het CPB verwacht dat de meeste huishoudens volgend jaar juist méér te besteden zullen hebben. „Ik maak me zorgen om deze ongelijkheid. We kunnen nog niet vooruitlopen op de besluitvorming, maar we werken er hard aan om te zorgen dat mensen de wind in de rug voelen.”

Gerelateerde berichten

Ander Nieuws