‘Drie weken onderzoekswerk kan, in elk geval voorlopig, de koelkast in: in de journalistiek is niet alles wat het lijkt’
Hoofdredacteur Bjorn Oostra. — © Johannes Timmermans
De tip over een dubieuze gronddeal in Roermond was zo concreet dat ik dacht: kat in het bakkie. Ik ken de tipgever als zeer betrouwbaar en de informatie die hij aanleverde was dermate concreet dat onze onderzoeksjournalisten Paul Bots en Bram van der Heijden bij wijze van spreken met een paar telefoontjes de zaak rond konden maken.
Althans dat dacht ik. Wat was er aan de hand? Een braakliggend perceel aan de rand van de stad ging in korte tijd van hand tot hand. De oorspronkelijke eigenaar had een rentmeester benaderd om voor hem een goede deal te sluiten. Die rentmeester schakelde vervolgens een adviseur in en die wist uiteindelijk een koper te vinden. Die verkocht de grond binnen een week door aan een grote ondernemer uit de regio die ook actief is in vastgoed. Met een winst van enkele tienduizenden euro’s. Nog boeiender dan dit was het gegeven dat de ingeschakelde tussenpersoon en de cashende ondernemer elkaar kennen. Dit leek een gevalletje 1+1=3. Het had er immers alle schijn van dat de door de rentmeester ingeschakelde adviseur zijn kennis had bevoordeeld. En de oorspronkelijke eigenaar stevig had benadeeld.
Lees ook: Waarom we in de maandagkrant artikelen publiceren die ook op zondag in de e-paper staan
Bots en Van der Heijden gingen voortvarend aan de gang. Na een zoekslag bij het Kadaster en de Kamer van Koophandel namen ze contact op met de verkopende partij. Die leek wat minder onder de indruk van de feiten dan wij. Hij was tevreden met het bedrag dat hij had ontvangen, maar zou de rentmeester voor de zekerheid toch nog even om opheldering vragen. Dat leverde echter geen nieuwe feiten op, waarmee wij een verhaal over vriendjespolitiek en een dubieuze gronddeal konden maken. Van kat in het bakkie was inmiddels geen sprake meer, dit dossier leek taaier dan in eerste instantie gedacht. Dan maar zelf de adviseur en diens kennis met onze bevindingen confronteren. Die moesten met een verdraaid goede verklaring komen, wilden we niet tot publicatie overgaan, was het idee kort voordat Bots en Van der Heijden ten strijde trokken. En tot onze stomme verbazing bleek zo’n verklaring voorhanden. Of, beter geformuleerd, de adviseur en de ondernemer die in een week tijd enkele tienduizenden euro’s had verdiend, kwamen met een verhaal op de proppen waarin wij geen gaten konden schieten. Er was volgens hen sprake van stom toeval. Toen de ondernemer de aankoop al bijna rond had, trof hij een makelaar die hem wees op een geïnteresseerde die het perceel meteen voor een hogere prijs zou willen overnemen.
Wat wij vervolgens ook probeerden en hoezeer we ook twijfelden, de mogelijkheid dat er daadwerkelijk sprake was van stom toeval kregen we niet weggeredeneerd. En dus kwam na drie weken onderzoek de vraag ter tafel: wat te doen? Konden we met het verzamelde materiaal niet een mooi inzichtelijk verhaal maken over hoe het er in de wondere wereld van vastgoed- en grondtransacties aan toegaat? Of zouden we met zo’n artikel de makelaar en zijn kennis in een kwaad daglicht stellen, zonder dat we daar harde feiten tegenover konden stellen? We besloten niets te doen. Drie weken onderzoekswerk kon, in elk geval voorlopig, de koelkast in. Ook in de journalistiek geldt dat niet altijd alles is wat het in eerste instantie lijkt.
Meest gelezen
Nieuwe ondergrondse chemiepijpen gaan door tien Limburgse gemeenten lopen: ‘Ook door mijn achtertuin?’
Limburgse basisscholen voeren druk om ‘carnavals-Cito’ van tafel te krijgen verder op
Onderwijsminister Dennis Wiersma houdt voet bij stuk: geen extra tijd voor ‘carnavals-Citotoets’
Roermondse straat is afgereden spiegels en krassen op auto’s beu en wil dat de gemeente maatregelen neemt tegen vrachtverkeer
Paard valt op ruiter in Roermond, slachtoffer met traumahelikopter afgevoerd naar ziekenhuis